Stimuleren van taal bij kinderen

Sportpret bereikt meer dan je op het eerste zicht zou denken. Naast het aanbieden van zinvolle vrije tijd voor kinderen in armoede zet Sportpret zich ook in op tal van andere aspecten. In dit blogbericht gaan we dieper in op het stimuleren van taal bij kinderen.

Taalniveau bij kinderen in kwetsbare situaties

Wat zegt de literatuur over het taalniveau bij kinderen? En specifiek bij kinderen in een kwetsbare situatie?

Allereerst is er de thuissituatie, een chaotische thuissituatie heeft een negatieve invloed op het taalniveau van het kind. Het is een minder goede leeromgeving om taalontwikkeling te stimuleren dan wanneer een kind in een stabiele thuissituatie opgroeit. Taalontwikkeling van het kind gaat dus deels ten koste van een slechte leeromgeving. Daarnaast speelt ook het onderwijsniveau van de moeder een rol. Is de moeder laag opgeleid, dan zal dit de taalontikkeling van het kind negatief beïnvloeden. Ook het ouderschap kan een positieve of negatieve invloed uitoefenen. Bij het positieve ouderschap, waar het kind wordt aangemoedigd, uitgedaagd,…tijdens het leerproces, zullen de leerkansen groter zijn dan kinderen die opgroeien onder een negatief ouderschap.

Er is uiteraard niet één parameter die bepaald of de taalontwikkeling van een kind vlot of niet vlot loopt, het is de samenloop van alle parameters die tot een bepaald taalontwikkelingsniveau zullen leiden. Echter zijn er ook andere parameters die een rol kunnen spelen op de taalontwikkeling. Hier gaat het eerder over de consumptie van sigaretten of acoholgebruik tijdens de zwangerschap. Maar ook verder in het leven van het kind, zoals wie zich ontfermde over het kind tijdens de eerste levensjaren, wie stond in voor de educatie, hoe goed zijn de leesvaardigheden van de ouders, … Het resultaat is dat kinderen in armoede vaak een eenzijdiger, minder breed taalspectrum hebben opgebouwd de eerste levensjaren. (Vernon-feagans, Garrett-peters, Willoughby, Mills-koonce, & Family, 2012)

Onderzoek (Van Laere M., 2016; Kind & Gezin, 2010) heeft ook aangetoond dat jonge kinderen die in armoede leven op zes maanden een lagere ontwikkelingsscore op cognitief, motorisch, communicatief en socio-economisch vlak hebben dan andere kinderen van hun leeftijd. Zij behalen op de kleuterschool pas de ontwikkelingsscore die kinderen van de middenklasse reeds veel vroeger behaalde. Dit maakt dat het leerproces voor kinderen in armoede veel moeilijker is dan voor kinderen uit de middenklasse of rijke klasse. Dit komt deels door het gebrek aan materiële middelen. Ouders hebben geen geld voor optimale verzorging van het kind (doktersbezoeken, voeding, hygiëne, etc.). Daarnaast is het speelassortiment van deze kinderen vrij beperkt waardoor zij minder op ontdekking kunnen gaan. Een kleuter is namelijk enorm nieuwsgierig en wil op jonge leeftijd veel bijleren. Een kind in armoede wordt hierin enorm beperkt. Door gebrek aan deze middelen komen deze kinderen ook in een vicieuze cirkel terecht waar ze moeilijk zelf kunnen uitgeraken. Voor kinderen met een allochtone afkomst die in armoede leven is deze problematiek alleen nog maar veel erger. Zij zijn enorm kwetsbaar in onze maatschappij.

Een ander onderzoek uit 2012, toont een lineaire correlatie tussen executieve functies (de hogere controlefuncties van de hersenen nodig bij denkprocessen en activiteiten) en SES-kenmerken (de sociaal economische status zoals scholingsniveau van de moeder, thuistaal,…). Ook in dit onderzoek wordt gewezen naar elementen zoals een chaotische thuissituatie en minder beschikbare leermiddelen bij gezinnen met lage SES-kenmerken. Deze resultaten moeten vooral relatief bekeken worden tegenover gezinnen die kansrijker zijn, tijd en zorg op maat kunnen bieden, de juiste leerstimuli op de juiste leeftijd voorzien (denk hier bijvoorbeeld aan prenten- en leesboeken per leeftijdscategorie of leesniveau),… Op jonge leeftijd ontstaat er reeds een verschil tussen deze twee groepen. Dit verschil wordt jammer genoeg alleen maar groter naarmate deze kinderen ouder worden.  (Dilworth-bart, 2012) 

Oplossingen?

Die zijn er zeker! Uit een onderzoek van 2004, waarbij gezinnen in kwetsbare situaties ontwikkelingsgerichte opvoedingsondersteuning ontvingen, blijkt dat de ontwikkeling versterkt wordt tegenover een referentiegroep. Door gezinnen te begeleiden bij de opvoeding van jongs af aan, versterk je de ontwikkeling van de kinderen. Dit komt vervolgens ook de taalontwikkeling en andere intellectuele vaardigheden ten goede. De preventie zet vooral in op het verbreden van het bereik dat de ouders hebben en het tegengaan van negatieve automatismen zoals kinderen laten thuisblijven van (kleuter)school. (Meurs & Jullian, 2004) 

Door bij Sportpret specifiek deze kinderen op te zoeken, en te laten deelnemen aan onze activiteiten, dragen we bij aan deze opvoedingsondersteuning. We verbreden hun bereik, laten hen met andere kinderen speels communiceren en zorgen zo voor een stimulerende leeromgeving. Door het contact met onze monitoren en lesgevers en de link met leuke activiteiten zorgen we voor een ongedwongen leeromgeving.

Bronnen

Dilworth-bart, J. E. (2012). Does executive function mediate SES and home quality associations with academic readiness ?, 27, 416–425. https://doi.org/10.1016/j.ecresq.2012.02.002

Kind & Gezin. (2010). Taalstimulering en meertaligheid. https://www.kindengezin.be/over-kind-en-gezin/missie-en-waarden/diversiteit-en-kinderrechten/acties-en-projecten/

Meurs, P., & Jullian, G. (2004). Ontwikkelingsgerichte opvoedingsondersteuning bij kansarme, allochtone gezinnen. Tijdschrift Klinische Psychologie, (3), 168–180.

Van Laere, M. (2016). Kleuters in armoede: hoe maakt de school een verschil?. Klasse. https://www.klasse.be/58873/hoe-moeilijk-ook-laat-ouders-in-armoede-niet-los/

Vernon-feagans, L., Garrett-peters, P., Willoughby, M., Mills-koonce, R., & Family, T. (2012). Chaos , poverty , and parenting : Predictors of early language development, 27, 339–351. https://doi.org/10.1016/j.ecresq.2011.11.001